Kamerlid Dalija Orešković stond bij de parlementaire spreker en drukte haar standpunt uit over voorgestelde wijzigingen in het Wetboek van Strafrecht, de Wet op de Strafvordering en de Wet inzake de bescherming tegen huiselijk geweld. Ze herhaalde een verklaring waarin premier Andrej Plenković met Hitler werd vergeleken en zei: ‘Führer aber nicht mein Führer’, wat zich vertaalt naar ‘Leider, maar niet mijn leider’. Deze verontruste parlementsvoorzitter Gordan Jandroković, die haar waarschuwde dat haar verklaring als haatzaaiende uitlatingen kon worden beschouwd.

Ondanks de waarschuwingen bleef Orešković de verklaring herhalen, wat leidde tot consequenties van Jandroković en collega-parlementsleden. Ze werd geschorst en vervolgens volledig uit de sessie verwijderd omdat ze weigerde te stoppen. Dit leidde tot kritiek van andere vertegenwoordigers van de oppositie, die betoogden dat de woorden van Orešković geen enkele regel overtreden en dat de straf onrechtvaardig was.

Het incident leidde tot een debat binnen het parlement, waarbij parlementsleden het recht op vrije meningsuiting van Orešković verdedigden en kritiek hadden op de toepassing van strafmaatregelen door voorzitter Jandroković. Dit meningsverschil tussen de parlementsleden bracht de onderliggende spanning en de verschillende perspectieven binnen het wetgevend orgaan naar voren.