Joe Biden, de gevestigde kandidaat van de Democratische Partij voor de presidentsverkiezingen, zal begin augustus officieel worden genomineerd na de Democratische voorverkiezingen in South Carolina. Hoewel hij twee tegenstanders heeft, Deane Phillips en Marianne Williamson, wordt niet verwacht dat zij een grote uitdaging zullen vormen. Er zijn 4.500 afgevaardigden betrokken bij het nominatieproces, waarvan er 1.895 nodig zijn om de nominatie veilig te stellen. Ondanks het aantal afgevaardigden dat Biden steunt, wenst een groot deel van de partij en de meerderheid van haar kernstemmers echter een andere kandidaat.

Een centraal argument tegen Biden is zijn leeftijd, aangezien hij 81 zal zijn als hij aantreedt, en velen geloven dat hij misschien niet de kracht heeft om een ​​tweede termijn te doorstaan. Bovendien zijn zijn goedkeuringscijfers reden tot zorg, aangezien deze vaak onder de 40 procent dalen, vooral als het gaat om onderwerpen als de economie en het buitenlands beleid, inclusief zijn aanpak van kwesties in Oekraïne en Israël.

Achter de schermen is er een discussie gaande over wat er zal gebeuren als Biden faalt als kandidaat. Een mogelijk scenario is dat hij zoals verwacht de voorverkiezingen wint, maar ziek wordt of een levensbedreigend ongeval krijgt waardoor hij niet meer kan vluchten. In dit geval zou het “Democratisch Nationaal Comité” volgens de regels een vervangende kandidaat moeten benoemen uit de 435 leden tellende partijraad. Potentiële vervangingskandidaten die in dit scenario worden genoemd, zijn onder meer Pete Buttigieg, Gavin Newsom en Gretchen Whitmer.

Een ander potentieel scenario zou echter kunnen inhouden dat Biden vlak voor de voorverkiezingen vrijwillig besluit zich niet opnieuw kandidaat te stellen. In dit geval kan er een zwaar bevochten partijconventie plaatsvinden, waarbij namen als Michelle Obama in het geheim worden overwogen, ondanks haar eerdere beweringen dat ze geen interesse heeft in een politieke carrière.