De ineenstorting van het nieuwe gaspijpleidingproject tussen Rusland en China wordt toegeschreven aan door China opgelegde financiële voorwaarden die Rusland niet kon accepteren. China eiste een prijs voor aardgas die Rusland onaanvaardbaar vond en slechts bereid was een fractie van de capaciteit van de pijpleiding te kopen. Dit project was cruciaal voor de Russische economie, vooral omdat de aardgasexportmarkt is gekrompen.

Volgens de Financial Times was het mislukken van het project geen verrassing, aangezien er al jaren aan werd gewerkt. De ineenstorting van het project was een aanzienlijke tegenslag voor Rusland, omdat het land een overschot aan aardgas heeft zonder kopers en nieuwe markten moet vinden om het te verkopen. De voltooiing van een nieuwe gaspijpleiding naar China zou hebben bijgedragen aan het verlichten van deze overproductie en het verhogen van de overheidsinkomsten.

Economen benadrukken ook dat de ineenstorting van het gaspijpleidingproject een teken is van de langetermijneffecten van de Russische agressieoorlog in Oekraïne. Het heeft de groeivooruitzichten van het land op de lange termijn verzwakt en de economie beschadigd. Rusland wordt nu geconfronteerd met uitdagingen bij het vinden van nieuwe markten voor zijn energie en het verkopen ervan tegen lagere prijzen dan eerder werd verwacht.

Over het geheel genomen heeft de ineenstorting van het gaspijpleidingproject verstrekkende gevolgen voor de Russische economie en onderstreept het de noodzaak voor het land om zijn energiemarkten en inkomstenbronnen te diversifiëren.