Experts voorspellen dat de huizenverkoop in 2024 zal stijgen, terwijl de prijzen blijven stijgen.
De woningmarkt is al bijna twee jaar extreem competitief, maar vertoont tekenen van afkoeling. Terwijl de voorraden laag zijn en de vraag nog steeds hoog, beginnen de huizenverkopen en de huizenprijsgroei dit voorjaar te vertragen.
Een van de belangrijkste redenen voor de daling van de vraag is de stijging van de rentetarieven voor hypothecaire leningen. Aan het begin van de COVID-19-pandemie lanceerde de Amerikaanse Federal Reserve agressieve stimuleringsmaatregelen om de rentetarieven naar historische dieptepunten te duwen. Maar vanwege zorgen over de hoge inflatie is de Fed onlangs begonnen met het verhogen van de rente. De gemiddelde hypotheekrente met een vaste looptijd van 30 jaar is gestegen van een dieptepunt van 2,65% in januari 2021 naar ruim 5% nu – en zou in de rest van 2022 mogelijk kunnen blijven stijgen.
De hogere leenkosten ontmoedigen kopers en verlagen de aankoopbudgetten, vooral voor degenen die misschien niet over het inkomen, de kredietgeschiedenis of het eigen vermogen beschikken om voor de laagste tarieven in aanmerking te komen. Maar de huizenprijzen zelf zijn ook een belangrijke factor die leidt tot een verminderde belangstelling voor onroerend goed.
De prijzen zijn de afgelopen tien jaar gestaag gestegen, maar de prijsstijging sinds begin 2020 is bijzonder groot geweest. Begin 2020 bedroeg de gemiddelde verkoopprijs van een huis in de VS $288.000, en begin 2021 was dat cijfer met 14% gestegen tot $329.000. Begin 2022 was de gemiddelde huizenprijs nog eens 16% gestegen naar $376.000 – en bedroeg in april van dit jaar al $424.000. Het tempo van deze stijgingen begint kopers uit de markt te prijzen, vooral beginnende huizenkopers.
Deze trends creëren barrières voor degenen die de vastgoedmarkt proberen te betreden, waarbij de stijgende prijzen en hogere rentetarieven het bezit van een eigen huis voor velen minder toegankelijk maken. Kopers, vooral starters op de woningmarkt, vinden het moeilijk om het snelle tempo van de prijsgroei bij te houden, wat leidt tot een verminderde interesse in onroerend goed als geheel.
