De kwestie van de financiering van de Europese defensie wint aan belang, vooral met de onzekerheid van de Verenigde Staten onder een potentieel presidentschap van Trump en de mogelijkheid dat de VS zich terugtrekt uit de Europese bescherming. De EU-leiders worden geconfronteerd met de uitdaging om hun legers en militaire industrieën, die te lijden hebben onder jarenlange onderfinanciering en verwaarlozing, nieuw leven in te blazen.

In een poging om dit probleem aan te pakken heeft de Europese Commissie een noodfinanciering van 1,5 miljard euro voor de defensiesector voorgesteld, een fractie van de 550 miljard euro aan investeringsschuld die de Europese NAVO-landen sinds 1991 hebben opgebouwd. De onderfinanciering komt tot uiting in het gebrek aan wapens, strijdkrachten en straaljagers in vergelijking met de VS.

De EU-leiders overwegen verschillende opties om de defensiecapaciteiten te vergroten, waaronder een defensiefonds van 100 miljard euro ter ondersteuning van gezamenlijke inkoop en productie. President Macron heeft nieuwe gezamenlijke obligaties voorgesteld om de Europese defensie te financieren, een controversiële kwestie voor sommige Noord-Europese landen zoals Finland. De uitbreiding van de bevoegdheden van de Europese Investeringsbank om de militaire industrie te financieren staat ook ter discussie.

Hoewel de financiering van defensie essentieel is, is het een uitdaging in een tijd van begrotingsbeperkingen in heel Europa. Gemeenschappelijke euro-obligaties worden gezien als een haalbare optie om de Europese defensie te financieren, wat een signaal is van een verschuiving in de aanpak van veiligheid en defensie in de regio. De discussies en besluiten van de EU-leiders zullen verstrekkende gevolgen hebben voor de toekomst van de Europese defensie en veiligheid.