Technologie

Onderzoekers identificeren signalen die grote aardbevingen enkele maanden van tevoren kunnen voorspellen

Afgelopen februari werden Turkije en Syrië getroffen door twee aardbevingen, één met een kracht van 7,8 en de andere met een kracht van 7,5, resulterend in ongeveer 60.000 doden, ingestorte gebouwen en verwoeste infrastructuur. De oorzaak van de catastrofe werd toegeschreven aan de oostelijke Anatolische breuklijnen, die als een van de gevaarlijkste breuklijnen ter wereld worden beschouwd. Ondanks het vermogen om gebieden met een hoog aardbevingspotentieel te identificeren, blijft het onmogelijk om te voorspellen wanneer de breuken zullen scheuren en een grote aardbeving zullen veroorzaken.

Patricia Martínez Garzón, een seismoloog uit Madrid, leidt een onderzoeksteam bij het GFZ German Geosciences Research Center in Potsdam, Duitsland. Het team volgde negen jaar lang de seismiciteit in het epicentrum van de Turkse aardbeving. Acht maanden vóór de grote aardbeving begon het team tekenen van de naderende aardbeving te detecteren. Hun bevindingen, gepubliceerd in het tijdschrift Nature Communications, suggereerden dat grote aardbevingen een merkbare voorbereidingsfase zouden kunnen vertonen. Hoewel het voorspellen van een aardbeving potentieel veel levens zou kunnen redden, waarschuwden de onderzoekers dat deze processen complex zijn en verder onderzoek vereisen om te bepalen of deze signalen in waarschuwingssystemen kunnen worden gebruikt.

Voorafgaand aan de aardbeving in Turkije werd gedurende acht maanden abnormale seismische activiteit waargenomen, die qua intensiteit en frequentie groter was dan normaal, binnen een straal van 20 km rond het epicentrum. Deze activiteit vond plaats bij zowel de hoofdfout als een eerder over het hoofd geziene secundaire fout. Er werden signalen gedetecteerd die vergelijkbaar waren met die waargenomen bij laboratoriumexperimenten met gesteentevervorming, wat duidde op een verandering in de activiteit van de breuk. Dit was echter geen garantie dat dit tot een grote aardbeving zou leiden.

De volgende stap voor de wetenschappelijke gemeenschap bestaat uit het analyseren van de frequentie van deze signalen vóór grote aardbevingen met een kracht van 6,5 of 7, die het potentieel hebben zich over honderden kilometers te verspreiden. De onderzoekers zullen gebieden met een hoog seismisch risico blijven bestuderen, zoals Italië, Griekenland en de Zee van Marmara in Turkije, om na te gaan of deze signalen potentieel nuttig zijn voor het identificeren van aardbevingskansen.

Over het geheel genomen blijft het vermogen om aardbevingen te voorspellen een uitdaging, en hoewel er veelbelovende signalen zijn waargenomen, moet de wetenschappelijke gemeenschap verder onderzoek doen om de toepassing van deze signalen in waarschuwingssystemen voor aardbevingen te begrijpen.

LAAT EEN REACTIE ACHTER