Uit een woensdag gepubliceerd onderzoek blijkt dat het smelten van ijs op Groenland en Antarctica de rotatiesnelheid van de aarde sneller verandert dan eerder werd gedacht. Deze wijziging zal van invloed zijn op de berekening van Universal Coulated Time (UCT), die door computernetwerken wordt gebruikt om de tijd over de hele wereld aan te passen. UCT is sinds 1967 opgericht met ultragevoelige atoomklokken om de nauwkeurigheid van digitale en communicatie-infrastructuren te garanderen.

Historisch gezien is er synchronisatie geweest tussen UCT en astronomische tijd op basis van de rotatiesnelheid van de aarde, die niet constant is. Schrikkelseconden werden in 1972 geïntroduceerd om deze onregelmatigheden te compenseren en ervoor te zorgen dat de atoomtijd op één lijn ligt met de astronomische tijd. De laatste schrikkelseconde-aanpassing vond plaats in 2016.

Naarmate de rotatiesnelheid van de aarde verandert, veroorzaakt dit een omgekeerd probleem waarbij de astronomische tijd vóór de atomaire tijd voortschrijdt. Dit kan de introductie van een negatieve schrikkelseconde vereisen, wat ongekende uitdagingen zou kunnen opleveren in een steeds meer verbonden wereld. Metrologiespecialisten maken zich zorgen over de impact van een negatieve schrikkelseconde vanwege de mogelijke complicaties ervan.

De mondiale gemeenschap van metrologen kwam overeen om tot 2035 te stoppen met het invoeren van schrikkelseconden, en vanaf dat jaar kan er een overgang plaatsvinden om het verschil tussen de atoomtijd en de rotatie van de aarde één minuut te laten bedragen. De opwarming van de aarde, die het smelten van ijs op Groenland en Antarctica versnelt, vormt echter een uitdaging voor dit plan.

Het smelten van ijs vertraagt ​​de rotatie van de aarde en kan de introductie van een negatieve schrikkelseconde uitstellen tot 2029. Deze ongekende impact op de rotatie van de aarde vraagt ​​om zorgvuldige overweging door metrologen om de beste aanpak te bepalen voor het elimineren van de schrikkelseconde. Het biedt meer tijd voor besluitvorming over de toekomst van tijdmeetsystemen.