Uitsterven van de grootste aap toegeschreven aan het onvermogen om zich aan te passen aan klimaatveranderingen
Technologie

Uitsterven van de grootste aap toegeschreven aan het onvermogen om zich aan te passen aan klimaatveranderingen

De grootste primaat die ooit op aarde heeft rondgelopen, stierf tussen 295.000 en 215.000 jaar geleden uit en was niet in staat zijn voedselsmaak en -gedrag aan te passen aan veranderingen in het klimaat. Dit zoogdier is de Gigantopithecus blacki – een drie meter hoge, 250 kilogram zware aap die uitstierf voordat de mens in de regio van Zuid-China arriveerde.

De geschiedenis van dit wezen is een raadsel in de paleontologie, omdat de oorzaak van zijn verdwijning onopgelost blijft. Het uitsterven van de Gigantopithecus blacki is de Heilige Graal op dit gebied geworden, waarbij onderzoekers hun inspanningen richten op het blootleggen van de redenen voor zijn ondergang. Al meer dan tien jaar zoekt het Instituut voor Paleontologie en Paleo-antropologie van gewervelde dieren van de Chinese Academie van Wetenschappen naar bewijs van de Gigantopithecus blacki, zonder solide datering en consistente omgevingsanalyse.

Het definitieve bewijsmateriaal dat het verhaal van hun verdwijning onthult, is echter afkomstig van een grootschalig project waarbij bewijsmateriaal werd verzameld uit 22 grotten verspreid over een grote regio van de Zuid-Chinese provincie Guangxi. Deze studie was gericht op dateringstechnieken, waardoor onderzoekers een volledige en betrouwbare chronologie konden vaststellen voor het uitsterven van de Gigantopithecus blacki.

Uit dit onderzoek bleek dat de Gigantopithecus blacki tussen 295.000 en 215.000 jaar geleden uitstierf, veel eerder dan eerder werd aangenomen. Voor die tijd bloeide het in een rijk en divers bos, maar de omgeving werd tussen 700.000 en 600.000 jaar geleden variabeler als gevolg van de toenemende kracht van de seizoenen, wat een verandering in de structuur van bosgemeenschappen veroorzaakte.

Uiteindelijk kon de Gigantopithecus blacki zich niet aan deze veranderingen aanpassen en stierf hij uit vanwege zijn afhankelijkheid van een minder voedzame reservevoedselbron wanneer zijn voorkeuren niet beschikbaar waren, en vanwege een afname van de diversiteit van zijn voedsel. Dit maakte de aap minder mobiel, met een kleiner geografisch bereik om te foerageren, en kreeg te maken met chronische stress en afnemende aantallen. Dit onvermogen om zich aan te passen leidde uiteindelijk tot de ondergang ervan.

LAAT EEN REACTIE ACHTER