In Parijs kwamen honderden medewerkers van de Seb-groep, samen met hun management, bijeen om te protesteren tegen de voorgestelde wet op PFAS, oftewel ‘eeuwige verontreinigende stoffen’, waarvan zij denken dat ze hun baan in gevaar kunnen brengen. De demonstranten, met borden bij zich met de tekst 'Raak mijn pan niet aan' en 'Laten we de pannen, Made in France, redden', willen doorgaan met de productie van Tefal-keukengerei met gefluoreerde componenten.

De algemeen directeur van de groep, Stanislas de Gramont, uitte de eis tot intrekking van de wet, daarbij verwijzend naar een directe bedreiging voor de 3.000 banen in de Seb-fabrieken in Rumilly en Tournus. De groep benadrukt dat PTFE, gebruikt voor de antiaanbaklaag van hun pannen, niet schadelijk is voor de gezondheid of het milieu. Wetenschappers beweren echter dat, hoewel PTFE zelf bij normaal gebruik geen risico's met zich meebrengt, de productie en verwijdering ervan giftige stoffen kan opleveren.

De voorgestelde wet heeft tot doel de productie, verkoop en import van producten die PFAS bevatten in Frankrijk te verbieden vanwege hun schadelijke effecten op het milieu en de menselijke gezondheid. PFAS, ook wel eeuwige verontreinigende stoffen genoemd, stapelen zich in de loop van de tijd op in verschillende bronnen. Het protest van de Seb-groep lijkt van invloed te zijn geweest op een wijzigingsvoorstel om het verbod op keukengerei dat PFAS bevat uit te stellen tot 2030.

Premier Gabriel Attal erkende de gevaren van PFAS en benadrukte het belang van het aanpakken van deze kwesties op Europees niveau. Hij sprak de inzet van de regering uit om de aanwezigheid van schadelijke stoffen te verminderen, met name in voedselverpakkingen, om de volksgezondheid en het milieu te beschermen en tegelijkertijd het concurrentievermogen van de Franse industrie te behouden.