President Zoran Milanović bekritiseerde de praktijk van premier Andrej Plenković om afgevaardigden te selecteren die niet stemden voor de opleiding van Oekraïense soldaten in Kroatië. Milanović vergeleek dit met een gewoonte uit het Udba-handboek, die hij omschreef als “erg lelijk”. Het parlement had eerder het voorstel afgewezen om Oekraïense soldaten op Kroatisch grondgebied te trainen wegens onvoldoende stemmen. In reactie hierop beschuldigde de premier de afgevaardigden die niet voor het besluit stemden ervan Kroatië te beletten slachtoffers van agressie te helpen, en bestempelde hij de SDP en de oppositie als degenen die aan de kant van het kwaad en de schuld stonden.

President Milanović, die in Porto Oekraïne met andere Europese leiders besprak, bekritiseerde de gewoonte van de premier om mensen als goed of slecht te categoriseren. Hij wees er ook op dat een meerderheid van de Kroatische bevolking om geldige redenen tegen het besluit was. Milanović vergeleek het gedrag van de premier met dat van de Udba, wat impliceert dat het een poging was om bevestiging te zoeken bij een externe kracht. De president benadrukte dat hij alleen had verzocht om het volgen van de constitutionele procedure en het volgen van de reguliere weg, in plaats van een controversieel voorstel in het parlement door te drukken.

Over het geheel genomen hekelde president Milanović de gewoonte van de premier en uitte hij zijn teleurstelling over de aanpak die werd gevolgd met betrekking tot de opleiding van Oekraïense soldaten in Kroatië. Hij benadrukte het belang van het respecteren van constitutionele procedures en bekritiseerde de poging om besluiten te legitimeren door invloeden van buitenaf.